Dieren kunnen bosbranden voorkomen. Maar doen het soms niet…
Dieren kunnen bosbranden voorkomen. Maar doen het soms niet…
In een goed werkend ecosysteem is alles met elkaar in balans. Als er een verstoring in die balans optreedt, heeft dat gevolgen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een roofdier verdwijnt uit een gebied. Zijn prooi krijgt het daardoor makkelijker en kan in aantallen toenemen. Tot deze té dominant wordt en daardoor weer een negatief stempel drukt op een bepaald leefgebied. Uiteindelijk komt de natuurlijke balans in een neerwaartse spiraal terecht.
De invloed van dieren op hun omgeving is dus groot. Dit geldt ook voor de rol die sommige dieren spelen bij het ontstaan en verspreiden van bosbranden. De afgelopen weken was er veel aandacht voor dieren die door de hevige bosbranden in Australië ernstig gevaar liepen. Australische onderzoekers zetten daarom op een rijtje hoe dieren nog meer betrokken zijn bij dit soort branden.
Olifanten maken brandgangen
Het is bijvoorbeeld al langer bekend dat het verdwijnen van neushoorns en andere grote grazers leidt tot een heter vuur en grotere gebieden die verbranden. Dit effect treedt voornamelijk op in de droge gebieden zoals de savannes. In een bosrijke omgeving is juist het omgekeerde aan de hand: daar worden voornamelijk de jonge, slecht brandbare, planten gegeten en blijven de droge (en dus brandbare) planten en struiken juist staan.
Ander dierlijk gedrag heeft ook invloed. Bevers creëren met hun dammen grote vochtige gebieden waardoor brand veel minder kans maakt. Ook een open plek of brede paden zijn natuurlijke brandstoppers. In Afrika zorgen de olifanten voor deze ‘brandgangen’. Jaar in, jaar uit lopen zij in grote kuddes over dezelfde paden. Daarmee zorgen ze voor vuurbuffers die een brand kunnen indammen.
Veilige eilandjes
Termietenheuvels hebben een vergelijkbare functie. Doordat het gras rondom zo’n heuvel vaak erg vruchtbaar is, wordt deze als eerste weg gegeten door grazers. Hierdoor ontstaan rondom de heuvels veilige eilandjes die minder gevoelig zijn voor brand.
Insecten spelen sowieso een grote rol bij bosbranden. Sommigen eten afgestorven planten en dood blad. Die verwijderen daarmee brandstof voor het vuur. Maar dat geldt weer niet voor de insecten die juist het vochtige blad eten. Sommige planten maken chemische stofjes aan om insecten te weren. Helaas worden ze daardoor ook gevoeliger voor brand.
Sommige dieren en insecten zijn dus medeverantwoordelijk voor de hevigheid van een brand. Toch wakkeren maar weinig dieren bewust een brand aan. Een uitzondering hierop is de zwarte wouw. Onderzoekers hebben in Australië gezien hoe deze roofvogel smeulende takken oppakt en elders neergooit waardoor de brand zich zelfs over beken heen verspreidt. Waarom hij dat doet? Vluchtende en dode dieren langs de randen van een bosbrand zijn een makkelijke prooi voor de zwarte wouw. Hij pookt het vuurtje dus graag een beetje op.